Ongetwijfeld zijn metalen staafjes gebruikt om mee te tekenen vanaf het moment dat de mens in staat is een metalen staafje te maken (3000 v.C.). Waar je ook bent, je pakt een stokje en begint te tekenen, de aard van het beestje.
Maar tekenen met een metalen staafje alleen is nog geen metalpoint. Daarvoor is een kalkhoudende ondergrond nodig dat het metaal in heel fijne deeltjes afschuurt en een contrast vormt met het donkerdere metaal. Het is niet bekend wanneer dat voor het eerst geprobeerd is.
Klassieke oudheid
In de antieke oudheid, zoals bovenstaand voorbeeld uit Griekenland van ergens tussen de vierde en eerste eeuw voor Christus, zijn zeker bronzen staafjes gebruikt om te schrijven. Meestal in bijenwas op een handig houten plankje maar soms is het plankje wit gekalkt. Teksten zijn bewaard gebleven, dit soort tekeningen niet, voorzover ik weet.
Het is goed om te beseffen dat potlood pas veel later uitgevonden wordt. Schetsen kan eigenlijk alleen nog maar met houtskool, wat erg makkelijk uitveegt, en metalpoint. Grafiet komt pas in de zestiende eeuw op. Voordat de productie van potloden lekker op gang komt, zitten we een eeuw later.
Middeleeuwen
Door het fragiele karakter van dit soort tekeningen is hier weinig van overgebleven. Ook de vroege middeleeuwen blijven donker wat zilverstift betreft. Van de late middeleeuwen (late gotiek) hebben we onderstaand voorbeeld door Giovannino de’Grassi (Milaan, eind veertiende eeuw). En dan vooral zijn schetsboek (Cassaf 1.21 in de Biblioteca Civica Angelo Mai in Bergamo), vol dierenportretten.
Renaissance
Cennino d’Andrea Cennini adviseert rond 1500 in zijn kunstenaarshandboek Il Libro dell’ Arte om te schetsen met houtskool en het te fixeren door er met zilverstift overheen te gaan. Pisanello vertegenwoordigt hier de heel vroege Renaissance met onderstaand paardenhoofd, begin 15de eeuw, in lood en inkt.
Uit de Renaissance zijn veel zilverstifttekeningen bewaard. Het gaat hier nog steeds vooral om ondertekeningen en schetsen zoals bij bijvoorbeeld Giotto. Ook in Noord-Europa maken kunstenaars als Rogier van der Weyden, Jan van Eyck, Albrecht Dürer veelvuldig gebruik van zilverstift.
Zoals bekend grijpt de Renaissance terug op de klassieke oudheid. Dat is niet de reden dat ze zilverstift gebruiken: er is eenvoudigweg nog geen praktisch alternatief. Houtskool en verschillende soorten krijt vegen snel uit; inkt is echt onuitwisbaar en niet handig onderweg.
Eind zestiende en dan vooral in de zeventiende eeuw neemt het goedkopere, praktischere potlood het stokje over van zilverstift als schetsmedium. Onze eigen Rembrandt pakt op een blauwe maandag nog een keertje de zilverstift maar dan blijft het een eeuw of twee stil rond metalpoint.
Ja wir müssen annehmen, daß, als die große Silberstiftzeichnung, die Künstlerzeichnung, schon aufgehört hatte, das ‘Büchlein mit dem Stefft’ noch lange im Gebrauch war. (Meder, Die Handzeichnung, 1923)
Romantiek
In de negentiende eeuw graven Romantici de zilverstift weer op. Dat is niet toevallig. Er wordt met weemoed naar het verleden gekeken. Onder schrijvers ontstaat een herwaardering voor middeleeuwse volksverhalen in een poging om een eigen, nationalistischere grootheidsmythe te verzinnen in plaats van de Zuideuropese Klassieke Oudheid.
Het is nog best lastig om voorbeelden uit deze tijd te vinden. Ik vraag me af of er niet af en toe uit onwetendheid zilverstift voor potlood is aangezien door musea. Zeker als het gaat om ‘potlood op geprepareerd papier’, want waarom zou je papier prepareren voor potlood?
De Romantiek is de eerste periode waarin pure praktische noodzaak niet de reden was voor gebruik van zilverstift. Sinds die tijd is de keuze voor zilverstift ofwel esthetisch ofwel conceptueel.
De in 1808 opgerichte Lukasbond met vooraan Franz Pforr en Friedrich Overbeck, en hun navolgers, de Oostenrijks-Duitse Nazareners in Rome kijken vol bewondering naar hun grote renaissancevoorbeelden Rafaël en Dürer. Ze gebruiken graag christelijke thema’s als tegenreactie op die uit de klassieke oudheid die nog steeds wordt onderwezen op de toonaangevende academie van Wenen.
In Engeland richten o.a. William Holman Hunt, John Everett Millais en Dante Gabriel Rossetti 1848 de Pre-Raphaelite Brotherhood op. Zij stellen zich ondergeschikt aan hun grote Renaissancevoorbeeld Rafaël. Veel tekeningen van hun helden zijn nou eenmaal, al dan niet noodgedwongen, in zilverstift.
Het zuiver imiteren van renaissancekunst maakt eind negentiende eeuw plaats voor meer experiment. Metalpoint ontwikkelt zich van archaïsch schetsmedium tot een nieuw, op zichzelf staand tekenmedium. Dit is ook het punt waarop goudstift opkomt: duurder en eigenlijk onhandig licht maar heel geschikt voor de dromerige portretten van die tijd.
Twintigste eeuw
In de twintigste eeuw kakt de populariteit van zilverstift weer in. Hier en daar wordt het nog wel gebruikt maar het ontbreekt aan de drijvende reden van Romantici (het teruggrijpen op het verleden) om een lastiger tekenmedium dan potlood te gebruiken.
Het is leuk even te kijken naar de verschillen tussen ons landje en de engelstalige landen. Schilderijen zijn uiteraard ontzettend duur en alleen weggelegd voor de elite. Maar in de Gouden Eeuw komt een hele groep handelaars op die weliswaar niet van adel zijn maar wel geld te besteden. Ze vullen het gat tussen grote luxe en geen luxe. Daarom is er hier al best vroeg een markt voor tekeningen en kunstdrukken.
Dan komt de twintigste eeuw. Beeldende kunst maakt stormachtige ontwikkelingen door. De academies in Nederland richten zich grotendeels op abstracte kunst. Het gaat om het idee, de ambacht komt op de tweede plaats. Desnoods huur je daarvoor iemand in. Weinig plaats voor een tekenmedium met een hoge leercurve zoals zilverstift. In de engelstalige landen blijven de academies veel meer op de oudere technieken gericht. Ze zijn simpelweg nooit ermee gestopt, les te geven in zilverstift.
Heden
Waar zou zilverstift nog gebruikt worden, denk je? Juist. Winkels in Nederland verkopen materiaal en benodigdheden niet eens meer, of het absolute minimum. Terwijl in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten zilverstift nooit weggeweest is – en er de laatste decennia weer met nieuwe energie in geëxperimenteerd wordt: traditioneel realistisch figuratieve tekeningen tot abstract lijnen- en kleurenspel in alle metalen. Ik heb een heel artikel gewijd aan hedendaags gebruik van zilverstift: