Met welke metalen kun je allemaal tekenen? Het korte antwoord is: je kunt met elk metaal tekenen. Maar niet elk metaal is even praktisch. Zo heb ik zelfs bismut geprobeerd: dat is zo zacht dat het teveel uitveegt, de punt versplinteren kan en je tekening groezelig wordt. Giftige en radioactieve metalen raad ik ook af.
Goud | Lichtgrijs met vaag-gouden glans Oxideert niet Veegt matig uit |
Zilver | Donkerder grijs Warme bruine tint door oxidatie Veegt iets meer uit |
Aluminium | Donkerste (van deze vier) grijs, blauwig Geen verschil door oxidatie Veegt een stuk meer uit |
Koper | Lichtgrijs, soms koperkleurige glans Oxideert soms groenig Veegt matig uit |
Waarom niet potlood?
Lood werd vroeger ook vaak gebruikt. Lood is een zacht metaal waar je dus goed mee kunt tekenen – ware het niet dat het nogal ongezond is. Wellicht danken we er nog steeds het woord ‘potlood’ aan (hoewel vroeger ook gedacht werd dat grafiet een soort lood was). Toen grafiet werd ontdekt in de zestiende eeuw, direct na de Renaissance, werd het lood vervangen met dit goedkopere materiaal dat lekker makkelijk in gebruik is. Uiteindelijk zou dit ook de zilverstift vervangen.
Zilverstift werd in de Renaissance niet als eindproduct gebruikt. Het was vooral een heel praktisch schetsmedium. Je kon er de ondertekening van schilderijen mee maken.
Ook werd zilverstift graag op reis gebruikt. Kunstenaars hadden een schetsboek met geprepareerd papier. Zilverstift kan overal en altijd gebruikt worden, geeft verder geen gedoe of rommel. En je kunt het bij licht gebruik ook weer uitvegen of het papier opnieuw prepareren.
Wij bewonderen nu schetsen van Leonardo da Vinci en Jan van Eyck in musea, ook die met zilverstift gemaakt zijn. Maar die schetsen waren nooit bedoeld als eindproduct.
Zilverstift werd vervangen door grafiet omdat het doel van zilverstift niet een tekening in mooi zilver was maar een vlugge schets. Grafiet was in aanschaf veel goedkoper, zelfs als je meerekende dat het sneller slijt. En je hoeft bij grafiet geen speciale grondering te maken: je kunt overal op tekenen!
Pas toen Romantici met een belangrijke rol voor de Prerafaëlieten de zilverstift herontdekten, werd de zilverstifttekening een eindproduct. Daarom won goudstift toen pas aan populariteit: omdat bij een eindproduct het wel belangrijk is welke tint het heeft.
Terug naar onze tijd
Praktischer is het om te beginnen met de meest voor de hand liggende, makkelijk verkrijgbare metalen: goud, zilver, aluminium en koper. Een ijzeren spijker zou kunnen maar is te hard en roest te veel.
Zilver is het meest gebruikte metaal als het gaat om tekenen met metaal. In het Nederlands hebben we zelfs alleen het woord ‘zilverstift’ voor deze techniek: het overkoepelende Engelse ‘metalpoint’ kennen we niet.
In feite kun je met elk metaal tekenen. Elk metaal heeft specifieke eigenschappen. Variaties ontstaan door verschillen in kleur, oxidatie en hardheid. Oxidatie heeft ook invloed in kleur en tegelijk ook op de manier waarop je het gebruikt. Hardheid heeft invloed op de mogelijke hoeveelheid contrast en het gemak waarmee je het gebruikt.
Edelmetaal of schroot?
Je hoeft je dus zeker niet te beperken tot de zilverstift van een bekend merk die je bij de kunstenaarsbenodigdhedenwinkel kunt kopen. Sterker nog, ik raad deze zelfs af.
Goud en zilver is natuurlijk prijzig in aanschaf maar je doet er lang mee. Uiteindelijk ben je echt niet meer geld kwijt dan als je met olieverf schildert of goede kleurpotloden tekent. Aluminiumdraad is erg goedkoop.
Koperdraad kun je letterlijk op straat vinden. Je hebt namelijk maar een kort stukje nodig, een paar centimeter is zat als je die in een houder stopt. Ik adviseer niet die dunne draadjes maar die van een of twee millimeter doorsnee.
Bij edelmetalen kan ik een hoge puurheid aanraden. Ik prefereer het hoogste, 24 karaats goud en 999/1000 zilver. Die geven een mooie kleur. En je kunt er makkelijker mee werken omdat ze zo zacht zijn. Dat is fijn voor mijn werk omdat ik graag groot werk en met vlakken in plaats van lijnen. Ook beschadig je de grondering en je papier minder snel met zacht metaal.
Als je heel precies wil werken, kan een hoog gehalte en daarmee een snel slijtende punt een nadeel zijn. Kost uiteindelijk natuurlijk ook ietsje meer als je stift sneller slijt. Op zich hebben we het dan maar over enkele euro’s per jaar.
Je tekening veegt ook sneller uit bij sommige zachte metalen. Als je uitvegen als techniek wil gebruiken, is het niet aan te raden om dit met je vingers te doen vanwege onverwachte, vlekkerige oxidatie.
Gummen kun je alle metalen sowieso slecht maar je kunt met een harde gum wel wat bereiken. Het lastige is dan weer dat je grondering te glad wordt. Dat verschil blijf je zien.
Je kunt ook verschillende metalen in één tekening gebruiken. En sommige kleuren komen beter uit op bijvoorbeeld een zwarte grondering. Voor traditionele tekeningen gebruik je draad maar als je groter of abstracter gaat werken, kun je ook schuurwol gebruiken of munten of platen. Zoals met alle kunst geldt uiteindelijk: experimenteer vooral en vind je eigen weg!